blog
‘Denk je,’ begon Muis met een aarzeling ‘dat Vos misschien ook bang is?
‘Oh ja, vast en zeker.’ zei Konijn, ‘Vos is heel bang om iets fouts te doen, hij doet erg zijn best om slim en sluw te zijn!’
Op een mooie lente dag liep Konijn naar het huis van de Muis.
‘Hoi Muis!’ zei Konijn. ‘Hoi Konijn!’ zei Muis, ‘wat kijk je sip Konijn, Is er iets?’
Muis liep naar Konijn toe en legde zijn pootje op de schouder van Konijn.
Konijn had zijn oren langs zijn gezicht hangen en zei met een zacht bibber stemmetje, ‘vandaag maar beter van niet Muis, straks maak ik je nog ziek.’
Konijn zette terwijl hij dit zei een grote stap naar achteren.
Muis keek vol verbazing naar Konijn en vroeg, ’ben je dan ziek Konijn?’
‘Nee,’ zei Konijn, ‘maar stel je voor, dat als ik bijna ziek ben, ik jou heel erg ziek maak. We moeten elkaar maar een poosje niet meer zien’ zei Konijn.
Met steeds grotere verbazing keek Muis naar Konijn.
Konijn ging onverstoorbaar door met zijn verhaal: ‘Vos zegt dat het beter is als we allemaal een poosje in ons holletje blijven en dat als we nootjes gaan zoeken we beter een lapje stof voor onze mond moeten doen en als we iets aangeraakt hebben we onze handen moeten wassen.’
Muis fronste, zijn oren begonnen van het verhaal van Konijn te suizen. Al pratend was de stem van Konijn steeds harder gaan klinken en was Konijn zonder dat hij het door had steeds sneller gaan praten.
‘Maar..’ begon Muis.
‘Nee! geen ge-ja-maar’ onderbrak Konijn Muis met een harde stem.
‘Vos zegt dat het heel belangrijk is dat we ons aan de afspraken houden zodat wij de arme oude Uil en elkaar niet ziek maken’ Zei Konijn met een luide stem.
‘Uhh… nee, ehm, dat wil ik ook niet maar-ehm’ stamelde Muis.
Voordat Muis nog iets kon denken of laat staan zeggen, stond Konijn alweer buiten de deur.
‘Doei, Muis! Niet ziek worden hé !’ Riep Konijn nog snel over zijn schouder. Met haastige stappen liep Konijn terug naar zijn eigen holletje.
Verdwaasd ging Muis op de stoel bij de haard zitten. Hij schudde zijn hoofdje en wreef over zijn gezicht. Met een zucht legde hij zijn hoofd in zijn pootjes.
Opeens vierde het hoofd van Muis op. ‘Oh nee!’ riep Muis uit ‘Hoe moet dat nu met mijn verjaardag?’
Snel trok Muis zijn jas aan en liep snel naar buiten.
Hij rende bijna over het schelpen pad, zoveel haast had hij. De zon scheen, maar het was verdacht stil in het bos. Muis had dat niet in de gaten totdat hij ineens oog in oog stond met iemand, wie het was kon Muis niet goed zien, omdat er een lapje stof voor de helft van het gezichtje zat.
‘Mhallo Muis, waar ga jij met deze grote haast naartoe?’ klonk het bedompt van achter het lapje stof.
Muis keek eens goed, en toen nog een beetje beter. ‘Ah Eekhoorn, ik herkende je bijna niet!’
Muis lachte, blij dat hij had ontrafelt wie het was achter dat lapje stof.
‘Waarom heb jij geen lapje stof, Muis?’ Vroeg Eekhoorn.
Muis schrok en voelde zich meteen schuldig. ‘Ik, nou, uhm, ik ben onderweg naar Konijn en ik ben een lapje stof vergeten, omdat ik zoveel haast had, s-s-snap je?’ Stamelde Muis met een verschrikt gezicht.
Muis zag dat de ogen van Eekhoorn boven het lapje stof kleiner werden. Keken de ogen van Eekhoorn nou boos? Heel goed kon Muis het eigenlijk helemaal niet zien.
Muis haalde zijn schouders op en dacht bij zichzelf, ‘Ach, ik ben toch helemaal niet ziek, dus kan ik best even naar Konijn.’
Zonder verder nog iets te zeggen zwaaide Muis naar Eekhoorn en voordat Eekhoorn nog iets kon zeggen liep Muis snel door.
Muis stond voor het huisje van Konijn. Ineens begon hij te twijfelen. Konijn was heel duidelijk geweest en wilde dat Muis in zijn holletje bleef. Muis ging voor het huisje van Konijn zitten en dacht diep na. Hoe kon hij met Konijn praten zonder lapje stof, zodat hij Konijn kan vragen hoe het dan moest met zijn verjaardag?
Ineens hoorde Muis achter zich zachtjes kloppen op het raam.
‘Hé Muis, wat doe jij hier?’ Vroeg Konijn van achter het raampje vandaan. Het klonk een beetje ver weg, maar desalniettemin kon Muis Konijn goed verstaan. ‘Nou.. ik.. ik moet even met je praten over mijn verjaardag.’ Riep Muis zo hard als hij kon zodat Konijn hem ook goed kon horen.
‘Oh ja, dat is morgen hé’ riep Konijn terug. ‘Helaas moet je je verjaardag dit jaar maar beter niet vieren, Muis.’ Riep Konijn met een sip gezicht.
‘Muis, als we allemaal niet meer ziek kunnen worden, dan vieren we je verjaardag echt wel weer een keer! Oké?’
‘Ja, uhm, dat moet dan maar’ zei Muis met tranen in zijn ogen.
Bedroefd en met een hangend hoofdje liep Muis richting huis. Hij zag een blaadje van de boom op de grond liggen, raapte het blaadje op en keek er naar. ‘Die moet maar voor mijn mond’ dacht Muis. Want ook al snapte hij er niks van, hij wilde niet nog een zelfde gesprek als net met Eekhoorn.
Thuis aangekomen zag Muis de bak staan met verjaardagsslingers, die hij net vanochtend van zolder had gehaald. Boos gaf Muis een harde schop tegen de bak met slingers aan. Dikke tranen biggelde over zijn gezicht. ‘Stomme lapjes stof’, ‘stom ziek worden’ en stomme vos!’ Riep Muis boos en verdrietig tegelijkertijd uit.
De volgende morgen werd Muis verdrietig wakker. Hij deed één oog open en meteen weer dicht. Vandaag moest maar zo snel mogelijk voorbij zijn. ‘Jarig zijn én de hele dag alleen zijn, dat kan toch niet’ ging het door Muis zijn hoofd. Hij trok de deken verder over zijn hoofd en probeerde nog maar weer verder te slapen. Ineens hoorde Muis iets tegen zijn raam. ‘Pok’ klonk het. Even was het stil, maar daar klonk het weer ‘plok’. Muis sprong uit bed en rukte zijn gordijnen open en keek met een versuft gezicht uit het raam.
Wie zag hij daar?
Het was Konijn!
Mét een groot cadeau onder zijn arm!
Blij zwaaide Konijn naar Muis en zong zó hard dat Muis het van achter zijn raam kon horen: ‘wel gefeliciteerd! Wel ge-fe-li-ci-flap-steert, wel gefeliciteerd!’ zong Konijn.
Snel trok Muis zijn kleren aan en rende naar buiten. Hij wilde Konijn in de armen vliegen voor een welgemeende knuffel, maar Konijn sprong snel aan de kant. ‘Ik wil je nog steeds niet ziek maken Muis,’ zei Konijn ernstig, ‘Maar je verjaardag niet vieren, dat kan natuurlijk niet.’
Muis keek om zich heen en zag dat zijn tuin helemaal vol hing met ballonnen en vlaggetjes. ‘Dankjewel Konijn!’ zei Muis met een blos op zijn wangen. ‘Heb je dit helemaal voor mij gedaan?’ vroeg Muis.
‘Ja, natuurlijk!’ zei Konijn. ‘Je bent mijn beste vriend, voor jou doe ik alles.’
‘Kom Muis, ik heb stoeltjes klaar gezet met voldoende afstand en natuurlijk heb ik mijn lekkerste worteltjes taart gebakken. Vanochtend toen het nog donker was begon ik met de vlaggetjes en bla, bla, bla…’ babbelde Konijn vrolijk tegen Muis. Maar Muis hoorde Konijn niet meer. Hij kon alleen maar denken aan hoe lief hij het vond van Konijn en hoe graag hij Konijn wilde bedanken met een knuffel.
‘Ik ben bang’ begon Muis toen hij op het stoeltje ging zitten. ‘Oh,’ zei Konijn verbaasd. ‘waarom ben jij bang?’ ‘Nou..’ begon Muis, ‘dat we elkaar nooit meer een knuffel mogen geven van Vos.’
‘Ja!’ knikte Muis stellig ‘daar ben ik heel erg bang voor.’
‘Hmm’ zei Konijn met een bedachtzaam gezicht. ‘Hoe komt het eigenlijk dat jij daar zo bang voor bent?’ Vroeg Konijn met een frons.
‘Ikkuh,, ik denk dat het komt omdat ik geen andere manier weet dan te knuffelen om je te bedanken voor wat je voor me hebt gedaan vandaag.’ zei Muis met een beetje twijfel in zijn stem.
‘Sja…’ zei Konijn, terwijl hij bedachtzaam een hap van zijn taart nam. ‘Ik snap wel, waarom jij knuffelen zo belangrijk vind, want zo heb je dat ook altijd met je broertjes en zusjes gedaan.’ zie Konijn tegen Muis.
‘Ja,’ knikte Muis, ‘ik vind het moeilijk dat dat nu niet kan en daarom vind ik alle nieuwe regels stom en wil ik er liever niet naar luisteren.’
Het bleef even stil, zowel Muis als Konijn snoepten van de overheerlijke worteltjestaart en keken bedenkelijk voor zich uit.
Ineens sprong Konijn op en rende naar de boom waar zijn cadeautje nog lag. ‘Hier Muis,’ zei Konijn, ‘Dit cadeautje is voor jou, gefeliciteerd met je verjaardag!’
Muis trok het papier van het cadeautje af en zag dat er een bak vol met nootjes in zat. ‘Nu hoef jij niet meer naar buiten waar het gevaarlijk is.’ Zei Konijn met een glimlach. ‘Be-bedankt Konijn,’ Zei Muis met wat twijfel in zijn stem. ‘je weet toch wel dat ik altijd heel blij wordt van nootjes zoeken? ’ zei Muis.
‘Ja dat weet ik,’ zei konijn, ‘maar nu is dat niet slim om teveel te doen, daarom heb ik het voor jou gedaan.’ Al praatend pakte Konijn een hap van zijn worteltjestaart.
‘Ik bwen denk ik bwook bwanng.’ mompelde Konijn met een halve hap worteltjestaart nog in zijn mond.
‘Waarom ben jij dan bang Konijn? ’ vroeg Muis.
‘Ik ben bang dat ik jou of oude Uil heel erg ziek maak.’ zei Konijn met grote verschrikte ogen.
‘Mij? Maar Konijn?’ Riep Muis verschrikt uit. ‘Maar, jezelf dan? Ben je niet bang dat jezelf ziek wordt?’
‘Nou eigenlijk zou ik het veel erger vinden als jij ziek wordt en het mijn schuld is.’ zei Konijn met een strak verbeten gezicht.
‘Dan zal ik me altijd schuldig blijven voelen en voor jou doe ik alles, echt alles, zelfs in mijn holletje blijven!’
‘Oh,’ zei Muis, ‘ik ben eigenlijk zelf niet zo bang om ziek te worden, ik ben banger om nooit meer een knuffel te krijgen dan dat ik bang ben om ziek te worden.’
Lastig hé Muis, dat we allebei bang zijn voor iets anders.’ Konijn schudde zijn hoofd. ‘Ja, Het is een ingewikkelde zaak.’ beaamde Muis Konijn.
‘Denk je,’ begon Muis met een aarzeling. ‘dat Vos misschien ook bang is?’
‘Oh ja, vast en zeker.’ zei Konijn, ‘Vos is vast heel bang om iets fouts te doen, hij doet erg zijn best om slim en sluw te zijn!’
‘Oh, Oh enneh Eekhoorn dan?’ Stotterde Muis. ‘Denk je dat Eekhoorn ook bang is Konijn?’ Konijn moest even nadenken en zei toen bedachtzaam, ‘Hmm, misschien wel.’ knikte Konijn. ‘Misschien vind Eekhoorn het wel eng dat mensen haar niet meer lief vinden als ze niet goed haar best doet.’
‘Sja.. dat zou best kunnen.’ Mompelde Muis voor zich uit, ‘Misschien moeten we het haar vragen, Konijn?’ ‘Want hoe weet je waar iemand bang voor is als ze het je niet vertellen?’
‘Je hebt gelijk,’ zei Konijn met een knik. ‘dat kunnen we het beste aan haar vragen.’
‘Muis..’ zei Konijn na een korte stilte.. ‘Zal Oude Uil ook bang zijn?’
‘Ik weet het niet Konijn,’ zei Muis terwijl hij zijn schouders ophaalde. ‘Zullen we het hem gaan vragen?’
‘Ja, dat lijkt mij het aller-aller-beste!’ zei Konijn.
Samen gingen ze naar de boom waar oude Uil woont.
‘Uil, Uil, ben je daar?’ Riepen Muis en Konijn in koor.
‘Oeh Oehu uhm jaaaa, wie is daar? Ah Muis en Konijn, jullie zijn het!’ zei Uil toen hij zijn ronde kop uit zijn hol stak. ‘Wat leuk dat jullie mij een bezoekje plegen. Het is al lang geleden dat hier iemand is geweest. Hebben jullie ook gemerkt dat het bos stil is geworden?’ Stak de oude Uil meteen van wal.
‘Uil,’ onderbrak Muis de Uil, ‘ben jij eigenlijk bang om ziek te worden?’
‘Wat een gekke vraag,’ zei de oude Uil verbaasd. ‘ziek worden en doodgaan horen bij het leven.’
‘Oh, ben je dan niet bang Uil?’ vroeg Konijn.
‘Dat zei ik niet hoor, oeh oeh, iedereen is wel ergens bang voor.’ Zei de Uil en keek Konijn en Muis van onder zijn bril streng aan.
‘De vraag is of je zelf weet waar je ten diepste bang voor bent.’ Ging de Uil verder. ‘Angst die je niet onder ogen ziet, beheerst je leven. Zonder dat je het door hebt doe je met die (onbekende) angst dan gekke dingen. Zodat jezelf het idee hebt dat je veilig bent. Je creëert een soort schijn-veiligheid.’ vertelde de Uil met een belerende stem.
Konijn en Muis keken elkaar aan, ‘Ja dat herkende ze wel.’ Dachten ze allebei.
‘En wisten jullie dat als je je eigen angst helemaal kan begrijpen hij krimpt en het je niet meer helemaal beheerst?’ Vroeg oude Uil terwijl hij met zijn grote ronde ogen knipperde.
‘Waar ben jij dan wel bang voor?’ wilde Muis weten.
Uil keek even bedachtzaam voor zich uit. ‘Ik ben er bang voor dat anderen voor mij bepalen wat ik wel en niet moet doen.’ zei Uil daarna met een frons tussen zijn ronde ogen. ‘Ja, ik wil graag mijn eigen (eigen)wijsheid volgen.’ gaapte de Uil met een knikje. ‘Ik ga even een dutje doen, Zz, komen jullie ZzZ, snel weer langs? ZZZzzzz…’ mompelde de oude Uil terwijl zijn ogen dicht vielen.
Opeens opende de oude Uil één oog voor de helft en hij zei: ‘Probeer elkaars angsten te begrijpen oké? Dan zal er veel minder verdeeldheid zijn.’
Zzzzz de ogen van de oude Uil vielen weer dicht.
Muis en Konijn wachten nog even, in afwachting of de Uil nog wakker zou worden. Maar toen dit niet gebeurde slopen ze stilletjes weg.
Stil liepen ze het weggetje terug naar het huisje van Muis.
‘Wat heeft oude Uil veel gepraat hé Konijn.’ zei Muis met een glimlach.
‘Ja. Hij was duidelijk al een tijdje alleen geweest.’ beaamde Konijn.
‘Ik begrijp dat je bang bent om mij ziek te maken,’ zei Muis ineens. ‘daarom zal ik proberen om afstand te houden en mijn handen te wassen.
‘Ja,dat vind ik fijn’ zei Konijn ‘en ik begrijp dat jij bang bent dat je nooit meer geknuffeld kan worden, zullen we afspreken dat we elkaar alleen knuffelen als het echt écht nodig is?’
‘Zoals nu?’ vroeg Muis
‘Ja, zoals nu’ zei Konijn.
‘Het was een fijne verjaardag’ mompelde Muis tegen de schouder van Konijn aan. ‘Ja, het was een fijne dag!’
‘Zullen we morgen weer naar oude Uil, Konijn?’ Vroeg Muis.
‘Ja, dat is een fijn plan.’ zei Konijn.
‘Een heel fijn plan..’
En dat was het.
Na 2 dagen geen reactie op je bericht? Check dan ook even je spam-folder.